Oorzaken en stadia van artrose

Oorzaken van artrose

Botten zijn met elkaar verbonden via flexibele gewrichten. Een gewricht is een verbinding tussen twee botten, waarbij beweging mogelijk is. Om te voorkomen dat de botten tegen elkaar schuren, zijn de contactvlakken tussen de botten bedekt met kraakbeenweefsel. Het kraakbeenweefsel bestaat uit de chondrocyten (kraakbeencellen) en de ExtraCellulaire Matrix (ECM: de kraakbeenmatrix oftewel het weefsel ‘tussen’ de cellen, dat zorgt voor de verankering van die cellen volgens een bepaalde structuur en mede zorgdraagt voor de uitwisseling van signalen en voedingsstoffen tussen die cellen).

Letsels, onjuiste fysieke belasting (verergerd door overgewicht), stoornissen in het kraakbeenmetabolisme (kraakbeenstofwisseling) of verstoringen in de vorming e/o afbraak van de ExtraCellulaire Matrix kunnen kraakbeendefecten tot gevolg hebben. Ook kunnen specifieke antibiotica de afbraak van kraakbeen bevorderen. Als de chondrocyten niet meer voldoende geactiveerd kunnen worden om de ECM te herstellen, degenereert het kraakbeenweefsel met artrose als gevolg.

Stadia van artrose

Vroeg stadium

Artrose graad 1

Meestal begint artrose met slechts een kleine beschadiging van het kraakbeen. Pas als het groter wordt en de eerste veranderingen aan het bot ontstaan (een proces dat zichtbaar is in MRI) spreekt men van artrose.

Tussenstadium

Artrose graad 2 en 3

Het gewrichtskraakbeen verliest zijn flexibiliteit en wordt broos. De structuur van de kraakbeencellen is beschadigd. Sommige botoppervlakken zijn al ‘bloot’ en niet meer bedekt door kraakbeenweefsel en wrijven tijdens het bewegen over elkaar. Dit kan hevige pijn veroorzaken. Er kunnen botmisvormingen (osteofyten), cysten (met een diameter van één centimeter) en verhardingen van het botoppervlak, dat net onder het kraakbeen is gelegen (subchondrale sclerose), ontstaan.

Gevorderd stadium

Artrose graad 4

Er beginnen zich grotere botoppervlakken te ontwikkelen zonder kraakbeenbedekking (chondrale defecten). De kraakbeenslijtage is zo groot dat de gewrichtsspleet nauwelijks meer aanwezig is. De pijn is vaak ondraaglijk bij beweging én in rust. Dit kan resulteren in het doorlekken van vloeistoffen naar andere lichaamsholtes of ander weefsel (intra-articulaire effusie) met zichtbare en voelbare zwellingen en een beperking van de flexibiliteit en mobiliteit van het gewricht. De aangrenzende spieren, banden, pezen en gewrichtskapsels kunnen worden beschadigd. Door deze veranderingen aan de botten kan het gewricht uiteindelijk zelfs helemaal verstijven.


Soorten artrose

Heeft u vragen of opmerkingen?
Neem via een van onderstaande mogelijkheden contact met ons op